- Ouders vinden het belangrijk dat ze betrokken worden in de keuzes omtrent de zorgen voor zichzelf en hun baby. Om op een goede manier keuzes te kunnen maken hebben ouders uiteraard informatie nodig. Volgens ouders bestaat er niet zo iets als te veel informatie en is het waardevol om informatie regelmatig te herhalen.
- Zorg in de eerste plaats dat jij als zorgverlener alle informatie hebt. Dat je weet waarover je het hebt en zeker bent van de info die je geeft. Heb je ergens twijfels over: vraag het eerst even aan een collega, dat doe je uiteraard altijd, maar is in dit geval nog belangrijker. Weet je het niet: zeg dan eerlijk “ik weet het niet”.
- Ouders verwachten van de info die ze krijgen dat deze duidelijk en to the point is, in een taal die ze begrijpen (geen vakjargon), niet verbloemend (benoem de zaken zoals ze zijn) en volledig.
- Geef info over wat er gebeurd is, wat er aan het gebeuren is en wat er gaat gebeuren. Soms moet er geen keuze gemaakt worden, maar is alleen info geven voldoende.
- Als er toch keuzes gemaakt moeten worden is het belangrijk om alle opties aan te bieden. Wanneer ouders een bepaalde optie niet aangeboden kregen en pas nadien van de optie horen, kan dit voor veel ongenoegen en “wat als” redeneringen zorgen. Bijvoorbeeld: een koppel wist niet dat de watermethode een mogelijkheid was, hoort er nadien van en blijft nu denken aan de mooie foto’s die ze misschien gemist hebben doordat hun baby niet in water opgebaard werd.
- Soms hebben koppels nog een laatste bevestiging nodig bij een zwangerschapsafbreking. Wanneer ze op gesprek komen is vaak de beslissing voor een afbreking eigenlijk al gemaakt, toch vraagt het koppel soms nog voor een echo. Hoewel ze weten dat er niets meer zal veranderen hebben ze soms die allerlaatste bevestiging nog nodig voor de start van de procedure.
- Het kan een idee zijn om met je collega’s alle mogelijke opties op te lijsten, zo maak je het voor jezelf makkelijker op geen opties te vergeten.
Een methode die het voor jezelf en de ouders makkelijker kan maken om te beslissen is de BRAINS methode:
B: Beweegredenen: welke voordelen heeft dit voorstel?
R: Risico’s: welke risico’s / nadelen zijn er te bedenken op dit voorstel?
A: Alternatieven: zijn er nog alternatieven te bedenken voor het probleem? (Bij ieder alter- natief kan je eventueel dan ook weer hetzelfde rijtje afgaan).
I: Intuïtie: wat is mijn/ons gevoel erbij? Klopt dit voorstel naar mijn idee?
N: Niks doen: Wat gebeurt er wanneer we nu niets doen? Moet deze keuze ‘nu’ gemaakt worden? Hebben we nog bedenktijd?
S: Stilstaan: Neem de tijd om na te denken en te overleggen. Zijn er nog vragen?